De ‘literaire canon’ is een goede leidraad voor het literatuuronderwijs. Mochten die boeken nu ook nog vlot verkrijgbaar zijn…

Door Paul Cordy op 27 maart 2018, over deze onderwerpen: Blog, Onderwijs
Literaire Canon

Wat hebben Het Boek Alfa van Ivo Michiels, De Oostakkerse gedichten van Hugo Claus, Het Gezin Van Paemel van Cyriel Buysse, Gangreen 1 van Jef Geeraerts of het toneelstuk Elckerlijc met elkaar gemeen? Dat ze allemaal tot onze literaire canon behoren is één deel van het antwoord. Dat je er niet zal in slagen een exemplaar van al die toppers uit onze literatuur online of in de boekhandel te kopen is het tweede deel van het antwoord.

De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en het Vlaams Fonds voor de Letteren sloegen in 2015 de handen in elkaar om een zogenaamde literaire canon op te stellen, een lijst van 50 sleutelwerken uit de Nederlandstalige literatuur - maar dan wel vanuit Vlaams perspectief. De lijst bevat werken die voor 1990 geschreven zijn door auteurs die momenteel reeds overleden zijn. We moeten eigenlijk zeggen: 50 werken + 1, want omdat Jef Geeraerts stierf rond de tijd dat de canon werd afgesloten, hebben Academie en Fonds zijn meest ophefmakende boek er nog aan toegevoegd.

De bedoeling van de canon is om die werken op te lijsten die een grote invloed hebben gehad in literair Vlaanderen en die een grote literair-esthetische waarde hebben. Keuzes maken voor zo’n lijst is natuurlijk niet gemakkelijk, daarom wordt de lijst niet alleen met zorg opgesteld maar ook geregeld bijgewerkt. Men wil daarbij vooral vermijden om te veel in het vaarwater van bepaalde modetendensen te komen.

Eén van de bedoelingen van die lijst is natuurlijk om het literatuuronderwijs een goede leidraad te bieden om studenten kennis van ons literair erfgoed mee te geven. Geen dwingende lijst, wel een lijst waar je in feite moeilijk om heen kan wil je literatuuronderwijs aanbieden dat verder reikt dan de boeken top tien in de krant. Maar dan moeten die boeken natuurlijk ook beschikbaar zijn, en net dat blijkt hoe langer hoe meer een probleem. Van de 51 titels uit de canon zijn er momenteel maar 30 in de handel te verkrijgen. De andere 21 zal je vruchteloos zoeken, want die zijn al een tijdje niet meer heruitgegeven. En dat is natuurlijk vervelend voor werken die de kern van ons literair erfgoed uitmaken. Ik ondervroeg minister Sven Gatz hierover in de Commissie voor cultuur. In zijn antwoord stelde hij terecht dat een heruitgave-project van één uitgeverij of vanuit de overheid niet evident is. Dat heeft onder meer te maken met de zeer verspreid zittende auteursrechten. De minister was wel bereid om een ondersteuningssysteem uit te werken voor uitgevers die het financiële risico willen dragen om deze werken opnieuw uit te geven. Ik volg dit uiteraard verder op.

Het blijft vooral belangrijk dat die werken ook voor hedendaagse lezers beschikbaar zijn zonder dat ze uitsluitend op tweedehandsboeken of bibliotheken zijn aangewezen. Een kersverse uitgave zal ook jongeren sneller over de streep trekken om die werken vast te nemen. Het blijft immers belangrijk dat deze culturele erfenis via ons onderwijs wordt doorgegeven. Literatuur is bovendien de uitgelezen manier om te zien hoe een gemeenschap en een cultuur evolueert, zichzelf steeds weer uitvindt, maar toch onmiskenbaar blijft wortelen in wat voorafging. Naast de hoogstnoodzakelijke cultuuroverdracht leren jongeren immers op die manier een versleutelde tekst lezen, iets wat bij non-fictieteksten of teksten die heel nauw bij de leefwereld van jongeren aansluiten toch veel minder het geval is. Informatie halen uit een oude tekst die je eerst nog moet leren interpreteren, het is en blijft een belangrijke vaardigheid die jongeren moeten meekrijgen.

Meer info? Klik hier door naar www.literairecanon.be.

©Raylipscombe

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is